Lokale temperatuursverschillen op de Noord Veluwe (1)
Inleiding
Meten is weten. Als weeramateur probeer je zoveel mogelijk inzicht te krijgen in zoiets wisselvalligs en onvoorspelbaars als het weer. Maar hoeveel je ook meet, er blijven nog ontzettend veel dingen over die je nog niet weet maar wel graag zou willen weten. Enerzijds ben ik erg geinteresseerd in de klimatologie, zie eerdere artikelen van mij, maar ook de meteorologie op veel kleinere, lokale schaal heeft mijn interesse. In dit artikel beperk ik mij tot het laatste en ik noem 3 direkte aanleidingen.
- Waarom heeft mijn meetpost Hattemerbroek soms hele lage minima vergeleken met andere stations (bijvoorbeeld april '96 en '97), terwijl het ook voorkomt dat mijn hoogste minima bij de hoogsten van Nederland zitten (bijvoorbeeld juni '96) ?
- Met een buitenthermometer in de auto ben je als weeramateur misschien een gevaar op de weg, maar je kunt wel hele leuke metingen doen. Waarom is het de ene ochtend als ik naar mijn werk rijd een paar km verderop een stuk kouder, terwijl dat op een andere ochtend niet zo is ?
- In de winter hoop je als weeramateur op lage temperaturen en veel sneeuw. Mijn laatste sneeuw- dek van meer dan 10 cm dateert van januari '85, dus ik heb niet zoveel hoop meer op bergen sneeuw, maar minima beneden de -10 meet ik toch nog vrij regelmatig. Zijn er vlakbij echter ook punten waar het beduidend kouder is ?
Meetstation Hattemerbroek
Mijn weerhut te Hattemerbroek staat buiten de bebouwde kom tussen Wezep en Hattemerbroek. Voor enige beschutting naar het NW, N en NO zorgen het woonhuis, 2 kleine schuurtjes en wat struikgewas. Verder is het terrein geheel open, zie ook de foto hiernaast. De foto is in zuidelijke richting kijkend genomen. Minimum en maximumtemperatuur meet ik met thermometers met een 0.2°-schaalverdeling. Meting van het temperatuurverloop en berekening van etmaalgemiddelden doe ik sinds 2 jaar met de al vaak genoemde Weather Monitor 2 (WM2, fabrikant: Davis). Het is mij inmiddels gebleken dat de nauwkeurigheid van de temperatuursensor erg hoog is. Alleen bij een snelle temperatuursverandering bij weinig of geen wind blijft de gecombineerde temperatuur-vochtsensor tijdelijk tot maximaal een graad achter bij de glazen thermometers. Maar verschillen in maxima en minima zijn er niet of nauwelijks.
Meetstation Zwolsebos
Het artikel van Bernhard de Vries (1) over de Tiny logger bracht mij op een idee. Aangezien deze logger op een batterij werkt kun je hem natuurlijk overal plaatsen. Ik heb deze logger ook besteld en met elastiekjes bevestigd in een weerhutje die als optie bij de WM2 kan worden geleverd. Het weerhutje heb ik echter eerst een maand naast mijn grote weerhut geplaatst om te zien of het geheel voldeed en om de logger te ijken. Inderdaad bleek het hutje goed te voldoen. De logger vertoonde echter een bepaalde lineaire afwijking zodat het nodig was om de getallen te herleiden. Ook bedraagt de resolutie van de logger over het grootste deel van het meetbereik 0.3-0.4°C, hetwelk minder is dan de 0.1 die normaal wordt gehanteerd. Toch is dit minder erg dan het lijkt. Wanneer de temperatuur iedere 20 minuten werd opgeslagen, werden maxima en minima verkregen die in de meeste gevallen hooguit 0.1-0.2° verschilden van metingen met de andere weerhut. De etmaalgemiddelden verschilden zelfs helemaal niet. Een korter meetinterval gaf overigens geen andere resultaten.
Toen dus bleek dat het geheel goed functioneerde ben ik op zoek gegaan naar een geschikte meetlokatie bij mij in de buurt. Ik ben terechtgekomen in de boswachterij het Zwolse Bos, gelegen tussen Wezep, Heerde en Wapenveld. Daar op een open plek in het bos, een beetje in een slenk is het weerhutje geplaatst. Dit punt lag ongeveer 6 km ten zuiden van mijn eigen meetstek te Hattemerbroek. De weerhut stond naar het ZW toe slechts op enkele meters afstand van de bomen. In de figuur hiernaast zijn in een situatieschets beide meetposten weergegeven. Ook is te zien dat er nogal wat hoogteverschillen zijn tussen beide meetposten. Het meetstation Hattemerbroek ligt op ongeveer 4 meter hoogte. Naar het zuiden toe neemt de hoogte toe tot ongeveer 40 meter. Vervolgens daalt het terrein weer tot ongeveer 13 meter bij de meetpost Zwolse Bos.
Klimatologische data.
De metingen in het Zwolse Bos begonnen op 19 december 1996. Ze werden beeindigd op 2 april 1997. Om vergelijking met andere weeramateurmetingen mogelijk te maken werd de temperatuur steeds per gehele maand bekeken. In tabel 1, 2 en 3 staan de waarnemingen over de maanden januari, februari en maart 1997 vermeld. Vergeleken worden de waarnemingen in het Zwolse Bos met die te Hattemerbroek. Daarnaast worden nog de gemiddelden van alle overige Nederlandse weeramateurwaarnemingen weergegeven zoals die vermeld staan in de maandoverzichten in de WSP (2,3,4). Er is van 19 - 19 uur gemeten.
Tabel 1. Klimatologische parameters over januari 1997.
Item | Hattemerbroek | Zwolse Bos | Nederland |
---|---|---|---|
Hoogste maximum |
8.4 |
7.3 |
9.0 |
Gemiddeld maximum (18-18 UTC) |
1.5 |
0.8 |
1.5 |
gemiddelde etmaaltemperatuur |
-1.2 |
-2.2 |
-1.2 |
Gemiddeld minimum (18-18 UTC) |
-3.8 |
-4.8 |
-3.7 |
Laagste minimum |
-18.9 |
-19.7 |
-15.9 |
Aantal vorstdagen |
21 |
26 |
21.6 |
Aantal dagen met strenge vorst |
3 |
5 |
3.7 |
Aantal ijsdagen |
11 |
12 |
11.2 |
Tabel 2. Klimatologische parameters over februari 1997.
Item | Hattemerbroek | Zwolse Bos | Nederland |
---|---|---|---|
Hoogste maximum |
14.3 |
14.0 |
13.7 |
Gemiddeld maximum (18-18 UTC) |
9.0 |
8.8 |
8.6 |
gemiddelde etmaaltemperatuur |
6.2 |
5.7 |
5.9 |
Gemiddeld minimum (18-18 UTC) |
3.5 |
2.6 |
3.3 |
Laagste minimum |
-2.1 |
-5.5 |
-2.6 |
Aantal vorstdagen |
2 |
6 |
3.4 |
Tabel 3. Klimatologische parameters over maart 1997.
Item | Hattemerbroek | Zwolse Bos | Nederland |
---|---|---|---|
Hoogste maximum |
17.8 |
18.2 |
17.5 |
Gemiddeld maximum (18-18 UTC) |
11.5 |
11.4 |
11.7 |
gemiddelde etmaaltemperatuur |
7.6 |
6.9 |
7.8 |
Gemiddeld minimum (18-18 UTC) |
4.5 |
3.2 |
4.5 |
Laagste minimum |
-3.4 |
-2.7 |
-2.1 |
Aantal vorstdagen |
2 |
4 |
1.5 |
Eerst kijken we naar tabel 1. Het blijkt dat Hattemerbroek zich bijna heeft gedragen als 'gemiddeld Nederland'. Duidelijk afwijkend was alleen het absolute minimum (3.0°C verschil). Dit laagste minimum was trouwens ook landelijk gezien behoorlijk laag. Maar ten opzichte van Hattemerbroek bleek het in het Zwolse Bos duidelijk kouder te zijn geweest. Over de gehele linie was de temperatuur ongeveer een graad lager, terwijl het aantal dagen met vorst toenam van 21 tot 26.
In tabel 2 zijn de verschillen toch iets anders. Hattemerbroek was over de gehele linie ietsje warmer dan 'gemiddeld Nederland'. In het Zwolse Bos een ander beeld. De nachten waren duidelijk kouder, het absolute minimum lag zelfs flink lager, maar de maxima lagen op een iets hoger nivo als die in 'gemiddeld Nederland'. Dit resulteerde in een etmaalgemiddelde dat 0.2°C lager was dan dat in 'gemiddeld Nederland'.
Tabel 3 laat weer een beetje een ander beeld zien. Hattemerbroek gedraagt zich weer min of meer als 'gemiddeld Nederland', alleen het absolute minimum is weer een klein beetje een uitschieter. In het Zwolse Bos zien we echter weer vooral de veel koudere nachten. Alleen het absolute minimum lag iets hoger dan dat van Hattemerbroek. Nadere beschouwing van alle metingen te Hattemerbroek en het Zwolse Bos liet overigens zien dat dit in maart ook de enige nacht was waarin het minimum te Hattemerbroek lager was dan het minimum in het Zwolse Bos. Het maximum was steeds vergelijkbaar met dat te Hattemerbroek en dus ook met 'gemiddeld Nederland'. Dit resulteerde weer in een etmaalgemiddelde dat toch redelijk wat lager was dan in 'gemiddeld Nederland'.
Tot slot wil ik nog even ingaan op de metingen van 12 tot 19 januari 1997 (zie ook de figuur hiernaast). Op 12 januari kwam er een eind aan de vorstperiode die begonnen was op 20 december. Maar tegen alle verwachtingen in waren de dagen na 12 januari niet grauw en vochtig, maar juist uitermate zonnig. En in de heldere nachten daalde het kwik weer vrij ver onder nul zodat er van een echte dooi eigenlijk geen sprake was. Juist in die periode waren de verschillen tussen het Zwolse Bos en Hattemerbroek uitermate spectaculair. Te Hattemerbroek lagen de temperaturen in die periode vergeleken met het nabijgelegen IJsselmuiden (2) wat aan de hoge kant, maar in het Zwolse Bos was het behoorlijk koud met 3 nachten achtereen matige vorst. Het laagste minimum was zelfs -8.3 °C. Het grootste verschil in die periode trad op in de avond van 14 januari om 20 uur. Terwijl de temperatuur in het Zwolse Bos al weer bezig was met een vrije val en inmiddels al weer 1.5° onder het vriespunt lag, was het te Hattemerbroek nog 5.4 boven datzelfde vriespunt. Een verschil van maar liefst 6.9°C !
In een volgend artikel wil ik ingaan op het hoe en waarom van de verschillen tussen beide meetposten.
Conclusies
- Een dataloggertje op batterij is uitermate bruikbaar voor het doen van temperatuurmetingen op afgelegen plaatsen.
- Het eenvoudige plastic weerhutje van de firma Davis dat verkocht wordt als 'radiation shield' maakt zijn naam inderdaad waar.
- Tussen een meetpost te Hattemerbroek en een andere in boswachterij het Zwolse Bos (6 km uit elkaar) traden regelmatig grote verschillen op in temperatuur. In een extreem geval werd een verschil van bijna 7°C waargenomen.
- Vooral de gemiddelde minima lagen in het Zwolse Bos een stuk lager dan die te Hattemerbroek.
- De gemiddelde maxima in het Zwolse Bos waren in januari 1997 een stuk lager dan die te Hattemerbroek. De gemiddelde maxima in de maanden februari en maart 1997 verschilden niet veel.
Bronnen
(1) Weerspiegel 1-96, blz 51-54
(2) Weerspiegel 3-97, maandoverzicht, dagelijks weeroverzicht
(3) Weerspiegel 4-97, maandoverzicht
(4) Weerspiegel 5-97, maandoverzicht