Klimaat informatie over Zuidoost-Australië
Inleiding
Het zuidoosten van Australië heeft een gematigd klimaat. Dat wil zeggen voor Australische begrippen. In de zomer is het overal heet met temperaturen tot boven de 35 graden. Alleen aan zee is het koeler. In de bergen kan het behoorlijk koud zijn en ook zomers vriest het op grotere hoogtes. Tasmanië heeft een eigen klimaat, waar de temperaturen gematigder zijn en de zon in de winter wel eens verstek laat gaan.
Geografie
Het zuidoosten van het Australië heeft een bergland dat naar de kust snel daalt. Het bergland bestaat uit een middelgebergten. Het hoogste punt van Australië is de Mount Kosciusko (2230 meter) in de Australian Alps (New South Wales). Andere bergen zijn Mount Bogong in Victoria (1986 meter) en Mount Ossa op Tasmanië (1617 meter). Naar het westen gaat het bergland geleidelijk over in de vlaktes van het centrale laagland. Hier stroom de Murray, de enige altijd watervoerende rivier van Australië. Een andere grote rivier is de Darling die het water uit de bergen afvoert.
Het gematigde gedeelte van Australië bestaat uit New South Wales (Sydney), Victoria (Melbourne), Tasmanië en The Australian Capitol (Canberra).
Dit is een gedeelte van 'The 12 Apostles', op een paar honderd kilometer afstand van Melbourne. Als gevolg van het verdwijnen van de kustlijn, blijven dit soort enorme rotsblokken over. In 2005 zijn er vier spontaan ingestort.
Klimaat
Het zuidoosten heeft een gematigd zeeklimaat. Het gebied kent vier duidelijke seizoenen zoals herfst, winter, zomer en lente.
Hitte
In de zomer wordt het in het zuidoosten warm tot zeer warm. Vlak aan zee wordt jaarlijks de temperatuur op drie dagen hoger dan 40 graden. Meer naar het binnenland stijgt het aantal dagen tot 20 per jaar.
Grote hittegolven hebben in het verleden ook in het zuidoosten plaatsgevonden. Tussen 11 en 14 januari 1939 werd het in Melbourne 45,6°C op de 13e en in Sydney 45,3°C op de 14e. In Wilcannia werd het toen 50 graden. Toch is het zuidoosten een van de koelste gebieden van Australië. In de hoogzomer blijft de gemiddelde dagtemperatuur onder de dertig graden. Dat is altijd nog 10 tot 12 graden lager dan in het westen.
Gemiddelde temperatuur
De laagste gemiddelde temperatuur van Australië komt voor in Hobart op Tasmanië. Hier is het gemiddeld over het hele jaar 12,2 graden. In Brisbane is dat alweer 20,4 graden en neigt het klimaat naar een subtropisch klimaat. Echt koud voor Australische begrippen is het in de bergen. Daar is het gemiddeld 4 graden.
Vorst
In de winter kan het in Tasmanië behoorlijk vriezen, maar gemiddeld is de nachttemperatuur met +4 graden ruim boven nul. In de hoofdstad Canberra komen 's winters de laagste temperaturen voor. 's Nachts vriest het in juli enkele tienden. Canberra ligt op 575 meter hoogte en de lager aan zee gelegen steden Sydney en Melbourne beleven minder vorst.
Als de temperatuur lager wordt dan +2,3 graden spreken Australiërs van een 'frosty day'. Aan zee zijn dit er tien per jaar en in de bergen rond de 230 per jaar. In de bergen vriest het op sommige plaatsen op meer dan 170 dagen per jaar.
De laagste temperatuur ooit in Australië gemeten was -23,0 graden op 28 juni 1994 in Charlotte Pass (New South Wales). Deze locatie in de Snowy Mountains ligt op 1727 meter hoogte en is doorgaans een koude plek. Ook in de zomer vriest het hier soms. Tasmanië noteerde op 30 juni 1983 minima van 13 graden onder nul. De temperatuur van het zeewater varieert zomers van 25 graden in Brisbane tot 15 graden in Tasmanië.
Neerslag
De jaarlijkse neerslag varieert van 513 millimeter in Tasmanië tot 1714 millimeter in Coffs Harbour aan de oostkust bij Brisbane. De regen valt gelijkmatig verspreid over het jaar, over zo'n 120 tot 160 dagen per jaar. Meer richting Brisbane lijkt de regen een voorkeur te hebben voor de herfstmaanden april en mei. In Coffs Harbour valt die maanden meer dan 200 millimeter per maand.
Soms zijn er uitzonderingen. Zo viel op 21 februari 1954 in Springbrook in New South Wales 900 millimeter in één dag tijd. Dit gebeurde tijdens de passage van een cycloon. De cycloon was vanaf de kust van Queensland de zee op getrokken en draaide plotseling richting de kust van New South Wales. De vochtige lucht in combinatie met de bergen zorgde voor de grote hoeveelheid.
Onweer
In de bergachtige gebieden in het zuidoosten is veel onweersactiviteit. Op 40 tot 60 dagen per jaar onweert het. Soms vinden flinke gevechten plaats tussen de koele zeelucht en het verhitte binnenland en vooral zomers ontstaat flink noodweer. In Victoria en Tasmanië valt dit nog wel mee, maar de streek rond Sydney en Brisbane maken regelmatig wat mee.
Zware hagel
Het zuidoosten van Australië heeft soms zware onweersbuien die vergezeld gaan van grote hagelstenen. In de lente is de kans op dergelijke hagelbuien het grootst, alhoewel Sydney in de herfst van 1999 de zwaarste hagelbui in 200 jaar meemaakte. Op 14 April 1999 vielen hagelstenen tot 11 centimeter grootte, vooral in het oosten van de stad. Op 18 maart 1990 vielen in Liverpool hagelstenen van 8 centimeter en op 18 januari 1985 viel in Brisbane en omgeving hagel tot 6 centimeter grootte. Ook in Victoria komen hagelbuien voor, maar minder dan in New South Wales.
Sneeuw
Sneeuw komt in Australië niet zo vaak voor en dan nog voornamelijk in het zuidoosten. De bergen boven de 1400 meter hoogte en in Tasmanië boven 1000 meter maken wel een grote kans op sneeuw. Op 75 dagen per jaar valt er sneeuw, maar dit verschilt per regio. Bekende wintersportgebieden zijn Mount Hotham, Falls Creek (1752 meter) en Mount Buller.
De depressies in het zuidoosten komen vaak uit het westen. Ze trekken mee met de heersende straalstroom. De actuele kaart met deze hoogtewind staat hiernaast afgebeeld.
De depressies in combinatie met de de bergen langs de oostkust zorgen plaatselijk voor veel neerslag.
Zonneschijn
Met jaarlijks 2216 uur zon is Melbourne een van de minst zonnigste plaatsen van Australië. Andere plaatsen langs de zuidoostkust hebben ongeveer 2700 uur zon. In Tasmanië schijnt de zon ongeveer 2300 tot 2400 uur per jaar.
Orkanen
Het zuidoosten van Australië heeft zelden te maken met orkanen. Hooguit Brisbane en omgeving maakt kans op een verdwaalde orkaan. Sydney maakt eveneens bij uitzondering de passage van een orkaan mee.
Zeewind
Langs de hele Australische kust ontstaat zeewind. Vooral als het temperatuurverschil tussen land en zee groot is, treedt zeewind op. De west, oost en zuidkust maken hier meer zeewind mee, dan de tropische noordkust. Zeewind treedt vooral op in de lente en in de zomer. Plaatsen als Perth en Melbourne hebben vrijwel dagelijks in het zeewindseizoen zeewind. Het zeewindfront kan landinwaarts ver doordringen. Vooral in gebieden waar het vlak is zijn afstanden van 400 kilometer mogelijk.
Weerlinks:
Het klimaat van West- en Zuid-Australië