Klimaat informatie over West- en Zuid-Australië
Inleiding
Het overgrote deel van Australië bestaat uit grote verlate gebieden. Western Australia, South Australia en delen van Queensland en Northern Territory zijn heet, warm en droog. De hoogste temperaturen van het continent komen voor in het westen.
Geografie
Het landschap bestaat uit vlaktes met hier en daar heuvels en bergen. De vlaktes dragen namen als Grote Victoriawoestijn, Simpsonwoestijn en Gibsonwoestijn. Tientallen rivieren en honderden meren in deze gebieden zijn drooggevallen en staan af en toe onder water. Een meer draagt de naam Disappointmentmeer. Vooral Western Australia heeft veel van dit soort drooggevallen wateren.
Deze plaats noemen de Australiërs de Never-Never. Er is eigenlijk helemaal niets te vinden, maar juist daarom indrukwekkend.
De foto is genomen vlakbij Coober Pedy in Midden Australie.
De woestijnen worden afgewisseld door bergen en heuvels. In het westen van Australië ligt een hoogvlakte met toppen tot 1200 meter. Het Kimberleyplauteau in het noordwesten is een hoogvlakte die meteorologisch interessant is.
Tussen verschillende hoogvlaktes ligt de grote zandwoestijn. In het midden van Australië ligt de Mac Donnell Ranges met centrumstad Alice Springs. De berg Zell haalt een top van 1500 meter.
Tussen Alice Springs en Adelaide in het zuiden bevinden zich laagvlaktes, afgewisseld door bergen. Het Eyremeer heeft een diepte van 12 meter onder zeespiegel en staat vol met water.
Klimaat
Het overgrote deel van Australië bestaat uit een woestijn- en steppeklimaat. Soms is dit ook aan de kust het geval. Alleen in het zuiden bij Perth en Adelaide heerst een iets natter klimaat dat vergelijkbaar is met het klimaat aan de Middellandse Zee.
Temperatuur
Het noordwesten van het land is doorgaans het meest warme gebied. In Wyndham in het noordwesten op de grens van tropisch en woestijnachtig Australië is de gemiddelde jaartemperatuur 29 graden. Overdag in de zomer loopt de temperatuur op tot tegen de 40 graden.
Het warmste gebied is de omgeving van Newman. Hier in het westen op ruim 500 meter hoogte is het in januari dagelijks 38 graden. Temperaturen van boven de 40 graden zijn niet ongebruikelijk. Veel plaatsen in de omgeving hebben ooit de 48 graden bereikt.
Merkwaardig genoeg werd de hoogste temperatuur van Western Australia vlak aan zee gemeten in Mardie. Hier werd het op 19 Februari 1998 maar liefst 50,5°Celsius. Op 0,2 graden na werd daarmee de allerhoogste temperatuur van Australië bereikt.
In het westen van Australië komen ook hoge nachttemperaturen voor. Nachten van 30 graden zijn niet ongebruikelijk. Op 24 januari 1982 was het in Arkaroola in South Australia 's nachts maar liefst 35,5°C. Het zeewater varieert zomers van 28 graden in Broome tot 18 in Adelaide.
Hittegolven
Het centrale gedeelte van Northern Territory en de regio rond Marble Bar-Nullagine aan de westkust hebben de meeste hittegolven. Op het weerstation Marble Bar werd het tussen 30 oktober 1923 en 7 april 1924 elke dag (161 dagen) warmer dan 37,8 graden (100° F). Het is de enige plek op aarde waar het zolang achtereen zo warm was. Ook in Roebourne aan de kust werd het tijdens zo'n hittegolf 49,4 graden. Elders in Australië wordt het gemiddeld op meer dan 20 dagen per jaar warmer dan 40°C.
Marble Bar hittegolf van 1923 tot 1924.
In het recordperiode 1923-1924 bleef de moesson uit de buurt van Marble Bar. Er kwamen geen orkanen voor. Het hele Australische continent bleef dit seizoen orkaanvrij. De hittegolf duurde van 30 oktober 1923 tot en met 7 april 1924.
Tijdens de hittegolf viel 79 millimeter aan regen uit twee hevige onweersbuien en één minder zware bui in de maand december. De droogte was tijdens deze zomer enorm en de verliezen onder het vee groot. De hoogste temperatuur tijdens de hittegolf was 47,5 graden en werd genoteerd op 18 januari 1924.
Vorst
In de woestijn kan het vriezen. De temperatuur daalt regelmatig onder nul. De absolute minimumextremen liggen rond de -8 graden. Allice Springs mat op 17 juli 1976 -7,5 graden en Yongola op 20 juli 1976 noteerde -8,2 graden.
Regen
In Midden-Australië valt rond de 250 millimeter neerslag per jaar. Het droogste gebied is rond Leigh Creek vlakbij Marree, Hier valt jaarlijks 147 millimeter. Ondanks de droge tijd, valt elke maand enige neerslag. Hierdoor is het mogelijk op veel plaatsen schapen en runderen te houden.
De enige plaats waar het hele jaar door geen regen viel is Mardie. In 1924 viel er zelfs 15 maanden lang geen druppel.
Aan de kust valt rond de 500 millimeter regen. Plaatsen als Adelaide en Perth hebben vooral in de winter met regen te maken. Het klimaat is hier mediterraan. In juni en juli valt per maand meer dan 160 millimeter regen. Het zuiden telt zo'n 10 tot 15 onweersdagen. Zware onweersbuien met hagel komen vooral voor in South Australia. In Adelaide passeert soms een zware bui. Op 22 januari 1991 vielen hier hagelstenen met een grootte van 10 centimeter.
Orkanen
Zowel aan de noordwestkust van Australië komen in de zomer tropische cyclonen voor. Deze heten in Australië (Willy Willies). Cyclonen in Australië zijn nog wel eens krachtig.
Zware orkanen trekken meestal over onbewoonbare gebieden, waardoor uiteindelijk de schade meevalt. In december 2000 trok de zware orkaan Sam met windsnelheden tot 280 kilometer per uur bij Broome Australië binnen. Deze categorie vijf orkaan was een van de zwaarste die het land bezocht.
De tropische cycloon Rosita trok in april 2000 met windsnelheden tot 210 kilometer per uur ook bij Broome het land binnen en regende boven de Grote Zandwoestijn uit. Restanten zorgden in Alice Springs voor een jaartotaal aan neerslag.
Zeewind
Langs de hele Australische kust ontstaat zeewind. Vooral als het temperatuurverschil tussen land en zee groot is treedt zeewind op. De west, oost en zuidkust maken hier meer zeewind mee, dan de tropische noordkust. Zeewind treedt vooral op in de lente en in de zomer. Plaatsen als Perth en Melbourne hebben in het zeewindseizoen vrijwel dagelijks zeewind. Het zeewindfront kan landinwaarts ver doordringen. Vooral in gebieden waar het vlak is zijn afstanden van 400 kilometer mogelijk. In West Australië staat deze invallende zeewind ook bekend als Fremantle Doctor.
Brickfielder
Tijdens de passage van een front of een lagedrukgebied steekt soms een stoffige woestijnwind op. Deze wind staat in Southern Australia bekend als Brickfielder.
Vochtigheid
Vooral in het centrum van het land is de vochtigheid laag. In Giles is deze gemiddeld 29 procent. In september zelfs 21 procent. Newman in het westen is met 35 procent ook droog. De lage luchtvochtigheidsgraad maakt de hitte dragelijk.
Zonneschijn
In het hart van Australië schijnt de zon jaarlijks 3500 uur. Tennant Creek is met jaarlijks 3570 uur zonneschijn de meest zonnigste plaats van het land. Aan de kust is het met 2800 uur ook vrij zonnig.
De zon is een groot gevaar in Australië. Jaarlijks worden rond de 150.000 nieuwe gevallen van huidkanker geconstateerd.
Weerlinks:
Het klimaat van Noord-Australië
Het klimaat van Zuidoost-Australië