Klimaat informatie over Irak
Inleiding
Irak heeft voornamelijk een woestijnklimaat. Het is er droog, meestal vrijwel onbewolkt en de temperaturen zijn extreem hoog. Meer richting zee in het zuidoosten wordt het vochtiger. Als er een wolk verschijnt is er een grote kans dat het een stofwolk of een zandstorm is. In het noorden verandert het klimaat snel. Daar in de bergen kan het knap koud zijn en sneeuwt het regelmatig. Soms valt er zware sneeuw.
Geografie
Irak bestaat uit drie gedeeltes. In het noorden bevinden zich bergen. Hier ontmoet het Taurusgebergte uit Zuid-Turkije het gebergte van Azerbeidzjan in Iran. De Haji Ibrahim is met 3600 meter het hoogste punt van Irak. Dit gebergte staat ook bekend onder de naam Koerdistangebergte.
Rivieren uit deze bergen stromen door Irak naar de Perzische Golf. De belangrijkste rivieren zijn de Eufraat en de Tigris. In eerste instantie stromen deze rivieren langs een tussen de 100 en 500 meter hoogte liggend plateau (el-Djazira). De rivieren hebben zich diep in dit plateau ingesleten.Vooral bij de Eufraat is dit het geval. Vlak vóór de plaats Basra komen de Eufraat en de Tigris samen.
Het laatste gedeelte van het rivierengebied bestaat uit moerassen en is vlak. In het zuiden en het westen van Irak ligt een woestijnlandschap dat veertig procent van de totale oppervlakte van het land beslaat.
Klimaat
Het klimaat van Irak is in te delen in drie gedeeltes. Het bergklimaat in het noorden, het steppeklimaat vrijwel onmiddellijk aan de voet van de bergen en een woestijnklimaat dat al vrij snel begint. Irak is een land met snelle klimaatovergangen. Van zware sneeuwval in de bergen tot vochtig heet weer bij de Perzische Golf.
De bergen in het noorden
In het noorden van Irak heerst een bergklimaat. Hier in het Koerdistangebergte zijn de zomers koel en de winters erg koud. Van november tot april is er kans op sneeuwval. Soms is dit zelfs hevige sneeuwval. Op lagere hoogtes wordt het al snel warm. Aan de voet van het Koerdistangebergte stijgt zomers de temperatuur dagelijks naar de 40 graden. 's Winters vriest het niet, dat doet het alleen op grotere hoogtes. In de bergen valt jaarlijks tussen de 400 en 700 millimeter aan neerslag.In het uiterste noordoosten valt op sommige berghellingen zelfs plaatselijk meer dan 1000 millimeter.
Het midden en zuidoosten van Irak
De overgang van de bergen naar het midden van Irak is groot. De temperaturen lopen behoorlijk op. In Kirkuk heerst nog een steppeklimaat. In Bagdad al een woestijnklimaat. In beide plaatsen is zomers de temperatuur gemiddeld 43 graden.
De zomer is extreem warm en de maximumtemperatuur bereikt regelmatig de 50 gradengrens. De vochtigheidsgraad die erg laag is, zorgt ervoor dat het uit is te houden. Bewolking is er zelden en met 3244 uur zonneschijn is Bagdad een van de zonnigste plaatsen van de regio. Regen valt in de zomer nauwelijks. Bagdad vangt dan gemiddeld 2 millimeter per maand op. Het neerslagjaartotaal in deze woestijn is 148 millimeter en valt vooral in de winter.
In het zuidelijke gebied bij de Perzische Golf is het nog warmer. Hier is ook de vochtigheidsgraad hoger, waardoor de hitte lastiger is te verdragen. De winters zijn hier zacht. Vooral richting Koeweit lopen de temperaturen zomers behoorlijk op.
Zandstormen
Er waaien twee soorten locale winden. De zuidoostelijke warme Sharkiwind uit de woestijn van Saudi-Arabië brengt veel stof met zich mee. Als de wind toeneemt ontstaan stof- en zandstormen. Op gemiddeld 20 tot 30 dagen per jaar wordt Irak getroffen door zandstormen.
Een zandstorm komt als een muur van zand opzetten voorafgegaan door een stilte. Het wordt snel warmer en het zicht loopt terug tot minder dan 50 meter. Het stof komt tot enkele kilometers hoogte of nog hoger, waardoor ook het vliegverkeer hinder ondervindt. De stormen zijn overdag het ergst, 's nachts gaat de wind meestal weer liggen.
De Shamalwind is een droge noordwestenwind die relatief koel is. Deze wind komt voornamelijk in de zomer voor en is het sterkst tijdens de middag. Stof- en zandstormen steken op vanaf windkracht 4.
De woestijn in het westen en zuiden
Het westen en het zuiden is woestijn. Veertig procent van Irak valt hieronder. De woestijn bestaat grotendeels uit steen en deze bodem houdt de warmte langer vast dan een zandbodem. De woestijn kent weinig neerslag. In Rutba valt jaarlijks 117 millimeter. Meer in het westen net over de grens in Jordanië valt jaarlijks 84 millimeter neerslag. Het gebied heeft te maken met zand- en stofstormen.
De temperatuur loopt in de zomer behoorlijk op en is gemiddeld 39 graden. De vochtigheidsgraad daalt in deze gebieden soms tot 0%. Irak heeft voornamelijk een woestijnklimaat. Het is er droog, meestal vrijwel onbewolkt en de temperaturen zijn extreem hoog. Meer richting zee in het zuidoosten wordt het vochtiger. Als er een wolk verschijnt is er een grote kans dat het een stofwolk of een zandstorm is. In het noorden verandert het klimaat snel. Daar in de bergen kan het knap koud zijn en sneeuwt het regelmatig. Soms valt er zware sneeuw.
Weerlinks: