Soorten onweer

Onweer in Nederland komt om verschillende redenen voor. De situatie die onweer veroorzaakt is keer op keer anders. Ook het deel van het land dat te maken krijgt met onweer verschilt. De belangrijkste onweersituaties op een rij:

Koufrontonweer
Een veel voorkomende onweersvorm in Nederland is koufrontonweer. Vooral zomers is dit het geval. Na enige warme dagen dringt koele lucht vanuit Zuid Engeland ons land binnen. Voor het koufront uit komen buienlijnen tot ontwikkeling. Deze buienlijnen geven afhankelijk van de plaats en tijdstip actief onweer. Soms trekken flinke storingen met deze buienlijnen mee. Vooral de lijn Breda-Almere krijgt dan de volle laag. Wanneer de buienlijnen voor het koufront zich nog moeten ontwikkelen komt pas tegen de Duitse grens het eerste onweer voor.

 

Onweerstoring langs een koufront Onweerstoring bij een koufront
Bekend is de onweerstoring die samenhangt met het koufront. Op bijgaande radarbeeld is iets dergelijks te zien. Een koufront heeft flinke opstuwing veroorzaakt, waardoor buien ontstaan. Deze clusteren en er ontstaat een storing voor het koufront. Omdat het koufront niet snel genoeg naar het oosten trok, bleef grote delen van het oosten gevrijwaard van noodweer. Dergelijke situaties lijken veel op onweerstoringen uit Frankrijk, maar hebben een andere ontstaansoorzaak. Koufrontonweer komt vaak opzetten vanuit het Zuidwesten. Incidenteel geeft een krachtig koufront in de winter een onweersklap.

Convergentie voor een koufront
Onweersbuien ontstaan ook door forcering op middelbare hoogte. In dit geval is niet de warmte aan de grond de oorzaak van opstijgende bewegingen, maar de toestand in de middelbare luchtlaag op 5 tot 10 kilometer hoogte. De warmte aan het aardoppervlak is minder belangrijk. Op middelbare hoogte bevindt zich een luchtlaag waarin het hard waait. Als een gebied met veel wind nadert, wordt onderin de lucht geforceerd op te stijgen. Op een grondweerkaart zien we een gebied van samenkomende lucht (convergentie-lijn) ontstaan. Langs een dergelijke zone ontstaan buien die zich in een lijn rangschikken. Een dergelijke lijn is in de zomer voor een koufront te vinden. Wanneer voldoende onweerbuien ontstaan op een convergentielijn, passeert het koufront geruisloos.

Storingen uit Frankrijk
Wanneer 's zomers door warmte boven het warme Frankrijk onweer ontstaat, trekt dit in de loop van de avond over België naar het noorden. Midden in de nacht kan een dergelijk onweersgebied flink huishouden in Nederland. Het zijn de krachtigste onweersituaties die we kennen in Nederland. Vaak is de bliksemintensiteit enorm hoog. Soms met meer dan 120 ontladingen per minuut. Een onweerstoring is herkenbaar aan uitgebreid weerlicht in het zuiden dat naderbij komt.
Het onweer komt vaak uit het zuiden of zuidwesten opzetten. Na afloop kan een koelere periode optreden, maar dat is niet gegarandeerd. Het kan zijn dat het werkelijke koufront pas enkele dagen later komt. Een zware storing is de Mesoscale Convective System (MCS). Dit is een buiencluster van ongeveer 300 bij 300 km groot die gepaard gaat met zwaar onweer.
Meer over onweerscomplexen


Buien aan de kust
Onweer 28 sept 1999In het najaar ontstaan boven zee bij een zuidwestelijke of noordwestelijke luchtstroming gemakkelijk hagel- en onweersbuien. Deze komen vooral 's nachts landinwaarts. Als deze situatie dagenlang aanhoudt, ontstaat een dagelijkse gang. De buien duren kort en de ontladingen zijn lokaal.
Wanneer de buien zich formeren in een front, ontstaat er een kustfront. In zo'n geval kan actief en langdurig onweer optreden. Dit is echter zeldzaam. In het binnenland merkt wordt weinig gemerkt van deze buienactiviteit. De buien komen uit het westen en noordwesten opzetten. Op de radarbeelden hiernaast is te zien hoe de buien tegen de kust aanleunen en nauwelijks landinwaarts komen.

Geïsoleerde buien
In warme onstabiele lucht kunnen buien ontstaan. Zomers op warme dagen ontstaan ze vaak afhankelijk van de ondergrond en de opbouw van de luchtlagen. Deze buien geven in een volwassen stadium ook onweer. Bij het minste geringste verdwijnen ze weer.
Warmtebuien komt vaak vanuit Duitsland binnendrijven met een zuidoostelijke of oostelijke wind. Dit zijn dan redelijk sterke exemplaren die in Duitsland al een flinke weg hebben afgelegd. Vooral de oostelijke grensstreek heeft hier mee te maken. Maar ook het warme zanderige Brabant is een goede voedingsbodem voor warmtebuien.

Koude put
Zomers kan het weer soms onder invloed staan van een flinke portie koude lucht in de bovenlucht. Buien ontstaan gemakkelijk. Deze koude lucht wordt heen en weer geduwd tussen de grote hoge en lagedruksystemen in. Daardoor zwerft zo'n koude bel met buien dagenlang over de weerkaart. Dit noemen meteorologen een 'Koude Put'. Het is de verpester van vakantieweer bij uitstek en geeft naast flinke hoeveelheden regen, ook onweer.

Overige situaties
Andere zeldzame situaties zijn:

  • Ostgewitter, waarbij een onweerstoring uit het oosten komt opzetten. Onweer en regen uit het oosten geven vaak grote hoeveelheden.

  • Onweer op een zeewindfront. Het is zeldzaam, maar komt af en toe voor.

  • Onweer in de winter tijdens het voorbijtrekken van een Polar Low of een hoogtestoring.

 

Relevante links:
Het voorkomen van onweer
MCC en MCS -onweersclusters
De donder
De bliksem
Merkwaardige onweersmeldingen

14-02-2013 | Achtergrond_A_Z | 321
© 2024 Vereniging voor Weerkunde en Klimatologie