Occlusiefront
Warme lucht heeft de eigenschap te gaan stijgen en wanneer er een kou-aanval komt, gaat dit makkelijker dan een warmte-aanval. Een koufront beweegt zich sneller dan een warmtefront en zal deze uiteindelijk inhalen. Er ontstaat dan een nieuw front en dit noemen we een occlusiefront.
Het is een samenvoeging van een warmtefront en een koufront en vindt vooral plaats dicht bij de depressiekern. Verder weg van de kern blijft het aparte warmte en koufront langer bestaan, maar zijn de fronten zwakker.
Wanneer een occlussiefront ontstaan is, blijkt op hogere nivo's nog steeds sprake te zijn van een apart warm en een apart koufront. De warme lucht is immers van de grond verdwenen en bevindt zich nu op hogere nico's. Dit zijn hoogtefronten.
Wordt het na het passeren van een occlusiefront kouder, dan is er sprake van een occlusie met koufronteigenschappen. Wanneer het warmer wordt is er sprake van een occlusie met warmtefronteigenschappen. Een occlusiefront kan dus beginnen als een warmtefront (Met cirrus, cirrostratus en altostratus) en vervolgens koufronteigenschappen zoals onweer en hagel vertonen.
De plek waar het koufront het warmtefront inhaalt heet occlusiepunt. Hier in dit gebied valt de meeste regen. Wanneer een dergelijk conclussiepunt passeert valt bij een gemiddelde depressie in een strook van enkele honderden kilometers tientallen millimeters regen.
Wanneer het occlusiefront om de lagedrukkern heen gaat krullen, heet dit een back-bent occlusie. Het is nog steeds hetzelfde occlusiefront, alleen zal deze voor de waarnemer voor de tweede keer passeren.
Hier links ligt de kern van het lagedrukgebied in eerste instantie boven Texel. Deze trekt langzaam naar Vlieland. Het occlusiefront krult om de kern heen. Ver op de Noordzee zijn de buien ook zwaar, maar de radar kijkt niet zo ver.
Relevante links:
Warmtefront
Koufront
Storingen
Fronten en drukgebieden
Straalstroom