Klimaat informatie over Italië

Inleiding
Italië heeft een Middellandse-zeeklimaat met in de Alpen een hooggebergteklimaat. Des te zuidelijker, des te warmer het wordt. Het land heeft veel bergen met daardoor verschillen in het weer op korte afstand. Italië heeft voldoende neerslag en tot ver zuidelijk valt sneeuw.

Geografie
Italië heeft een heuvel- en bergachtig landschap. De Alpen en de Dolomieten in het noorden en de Apennijnen in het midden vormen de belangrijkste bergketens.

ItaliëIn het noorden ligt een laagvlakte waar de rivieren uit de Alpen samenkomen. De Po is de belangrijkste rivier in deze Po-vlakte. In dit gebied wonen veel mensen en het is een van de dichtbevolkte gebieden in Europa. In de Middellandse Zee liggen de eilanden Sardinië en Sicilië.

De Alpen vormt een plooiingsgebergte met een lengte van 1300 kilometer en een breedte die varieert van 60 tot 360 km. Het gebergte vormt de noordgrens van Italië. De bergtoppen zijn meestal tussen de 3000 en 4000 meter hoog. Een enkele bergtop is hoger. De hoogste toppen van de Alpen zijn te vinden in het noordwesten van Italië, met als hoogste punt de Mont Blanc du Courmayeur een soort zijtop van de Mont Blanc. De hoogte is 4748 meter.

Van het noordwesten naar het zuidoosten lopen de Apennijnen. Een bergketen met toppen tot 2000 en plaatselijk 3000 meter hoogte. Veel oorspronkelijk beboste hellingen zijn ontbost of door schapen en geiten overbegraasd. In het zuiden ligt het eiland Sicilië. Het is voorzien van heuvels en middelgebergte. Hier bevindt zich de actieve vulkaan de Etna.

Ten noorden van de Etna in zee liggen ook enkele actieve vulkanen. Het eiland Sardinië ligt twaalf kilometer ten zuiden van Corsica en vormt samen met Sicilië de grootste eilanden in de Middellandse Zee. Sardinië is overwegend heuvelachtig en soms bergachtig. De hoogste berg is de Monte Bruncu Spina met 1834 meter.

Italië ligt midden in de Middellandse Zee. Om alle zeeën uit elkaar te houden wordt de zee aan de oostkant van Italië de Adriatische Zee genoemd, de zee ten zuiden van Italië de Ionische Zee en de zee aan de westkant de Tyrrheense Zee.

Klimaat
Italië kent overwegend een Middellandse-zeeklimaat (mediterraan klimaat). Het is een gematigd klimaat met droge warme zomers. In het zuiden heersen hete zomers. In de Alpen heerst een hooggebergteklimaat met eeuwige sneeuw op de bergtoppen. Voor Italië geldt de regel dat hoe noordelijker je komt, des te koeler en natter het wordt. Italië is globaal te onderscheiden in drie gebieden; Het noorden met de Alpen, de gehele kuststrook en de eilanden en het zuidelijk deel.

Alpen/Po-vlakteItalië
In de Alpen heerst een hooggebergteklimaat. Het is hier vooral in de winter erg koud. In januari is de temperatuur op 2000 meter hoogte gemiddeld tien graden onder nul.

De Alpen zijn het wintersportgebied van Europa, waar vooral Zwitserland en Oostenrijk van bekend zijn. In Italië komen deze temperaturen ook voor. Zowel in de Alpen als in de Dolomieten is het op de hogere berggedeeltes is koud. In het hooggebergte valt op meer dan 180 dagen per jaar sneeuw, die blijft liggen. Lage temperaturen komen ook in de dalen voor. In de zomer lopen de temperaturen met name in de dalen flink op.

Aan de zuidkant van de Alpen valt ook de meeste neerslag. In Lugano valt jaarlijks 1726 millimeter regen, waarvan het meeste in het zomerhalfjaar. Elders in het land valt tussen de 500 en 1000 millimeter per jaar.

In de Po-vlakte van Noord-Italië heerst een Mediterraanklimaat met koude winters en warme zomers. Het lijkt wel een landklimaat, maar volgens Köppen is het een gematigd klimaat. In de zomer is het overdag met gemiddeld 29 graden heet. Vooral in het zuiden van de Po-vlakte is het droog. In de winternachten vriest het gemiddeld 2 graden. De winters gaan gepaard met nevel en mist. Vooral in het zuiden dor en droog. De winters zijn koud met soms tamelijk veel sneeuwval. In voor- en najaar valt de meeste neerslag. Hierdoor kunnen de rivieren de wateraanvoer niet verwerken, waardoor overstromingen het gevolg zijn.

In het noorden komt het soms tot flinke onweersbuien. Een enkele keer gaan die samen met een windhoos. In het noordoosten komt de Bora voor. Dit is een valwind die veel lijkt op de Mistral en bereikt regelmatig stormkracht. De Bora is verraderlijk omdat deze vaak zonder aankondiging vooraf opsteekt.

De Mistral uit het Centraal Massief van Frankrijk doet het noordwesten bij Genua aan. Boven het warmere zeewater van de Golf van Genua ontstaat dan een actieve depressie. Op zee loopt de windkracht soms oplopen tot windkracht 10.

De Alpen in het westen tegen Frankrijk zijn ook onweersachtig. Ook het gebied rond Milaan en een smalle strook door de noordelijke Po-vlakte kent veel onweersdagen. De andere berggebieden zijn doorgaans onweersarm.

Onweersdagen in Italië.Midden/kust
Italië heeft vooral in het midden en zuiden een mediterraan klimaat. De gemiddelde temperatuur is in Rome in de zomer zo'n 25 graden en in de winter rond de 7 graden. In de omgeving van Rome worden hoge zomertemperaturen getemperd door wind van zee.

In de Apennijnen is het koeler en sneeuw het in de winter. In het berggebied tussen Rome en Napels zelfs op meer dan 90 dagen per jaar. De sneeuw blijft vaak liggen. Het noordelijk deel van de Apennijnen en de hoog gelegen gebieden in Toscane en Umbrië zijn in de winter maandenlang met sneeuw bedekt. Alleen de kuststreek kent weinig sneeuw.

De bergen zijn ook regenrijk. Op de hogere toppen van de Apennijnen valt in heel Italië jaarlijkse meer dan 1200 millimeter regen.

Bekend hier is de Tramontana. Dit is een droge noordoostenwind die vooral in de winter waait in Italië. Vooral aan de westkust van Italië is deze merkbaar. Het is een frisse valwind. De lucht wordt aangevoerd uit de Alpen en de Apennijnen. Deze wind hangt samen met een depressie boven de Adriatische zee en een hogedrukgebied ten oosten van Spanje. De wind kan een windkracht 8 halen en is vooral sterk aanwezig vlak voor zonsopkomst. In de middag zakt de windsnelheid naar windkracht 4. Een andere naam voor deze wind is Garigliano.

 

Zuiden en de eilanden
Ten zuiden van Rome kan het in de zomer flink heet zijn, vooral als de sirocco waait. Deze wind ontstaat doordat een lagedrukgebied boven de Middellandse Zee naar het oosten trekt. De depressie heeft een aanzuigende werking op lucht uit een groot gebied van de noordelijke Sahara en voert deze hete warme vochtige lucht naar Italië. De lucht is ongeveer tien graden warmer dan normaal. De temperatuur kan dan oplopen naar 45 graden. Vooral is Sicilië is dit goed te merken.

ItaliëGemiddeld is het zomers overdag rond de 30 graden en in de winter 's nachts 10 graden. Italië is een zonnig land, maar het zuiden is nog zonniger. Met jaarlijks bijna 2500 uur zon in Palermo komt de toerist niets tekort. De zeewatertemperatuur is in heel Italië langs de kust in de zomer 25 tot 26 graden. In het zuiden soms iets warmer.

De bergtoppen in het zuiden van het land zijn goed voor ruim 1200 millimeter neerslag per jaar. Het meeste valt in de winter, wat samen gaat met sneeuwval. Op de Etna valt op meer dan 30 dagen per jaar enige sneeuw. Ook elders in Zuid-Italië valt sneeuw, alleen aan de kust en het zuiden van Sicilië is sneeuwvrij. Onweer komt niet veel voor. Gemiddeld wordt per jaar op een dag of 10 onweer waargenomen.

Sardinië heeft eveneens zachte regenrijke winters en droge en vaak zeer warme zomers. De gemiddelde temperatuur ligt in de zomer aan de kust tussen de 25°C en 30°C. In de bergen liggen de temperaturen rond de 20°C.

De Mistral en de Sirocco hebben ook hun invloed op Sardinië. Het eiland is een stuk droger dan Italïe zelf. Cagliari aan de zuidpunt is met 427 millimeter per jaar de droogste plek van Italië. in de bergen valt op meer dan 30 dagen per jaar sneeuw. Aan de kust komt sneeuw zelden voor.

 

 

Weerlinks:
Het klimaat van Spanje
Het klimaat van Frankrijk
Het klimaat van Oostenrijk
Het klimaat van Zwitserland
Het klimaat van Griekenland
Het klimaat van Tunesië

 


Foto's: Maarten van der Hoeven

30-01-2013 | Klimaat_Europa | 152
© 2024 Vereniging voor Weerkunde en Klimatologie