Lichtende nachtwolken

De naam lichtende nachtwolken is gebaseerd op de omstandigheden waaronder deze speciale wolken zijn te zien. Het zijn zonbeschenen wolken die vanwege hun grote hoogte boven de aarde gezien kunnen worden vanuit gebieden waar het al of nog vrijwel donker is. Deze wolken geven dus niet uit zichzelf licht. Zij zijn zó ijl dat ze in de lichtere schemering niet te zien zijn, laat staan bij daglicht. Deze wolken tonen qua structuur en vorm gelijkenis met Cirrus of Cirrocumulus.

Lichtende nachtwolken
Afbeelding 1
Lichtende nachtwolken verschijnen alleen in de zomer, en worden het meest waargenomen in het gebied tussen 55 en 61 graden noorderbreedte. Zij komen evengoed op het zuidelijk halfrond voor, maar omdat daar vrijwel geen bewoning in genoemde breedtegordel is komen daar maar heel weinig waarnemingen vandaan.


Meteorietenstof
De herkomst van deze wolken moet gezocht worden in fijne kosmische stofdeeltjes, die in de bovenste lagen van de dampkring aanwezig zijn als restant van meteorieten. Die stofdeeltjes zijn op zichzelf te klein om zichtbaar te zijn. Zij fungeren evenwel als condensatiekernen waarop zich onder bepaalde omstandigheden ijskristalletjes afzetten. Dan worden ze zichtbaar in de vorm van heel ijle wolken. Die liggen op een hoogte van 80 à 85 kilometer. Dat is juist de hoogte waarop de meeste meteorieten in de dampkring zijn verbrand en waar zich de laag meteorietenstof bevindt. De condensatie vindt alleen plaats op de hogere en gematigde breedten. Lichtende nachtwolken vormen zich niet meer onder een breedte van circa 50 graden. Ofschoon lichtende nachtwolken uit ijskristalletjes bestaan zijn er nooit haloverschijnselen in gezien.


Lichtende nachtwolken in Nederland
Deze ijle wolken kunnen maar in een bepaalde breedtegordel worden gezien. Kom je te noordelijk dan blijft het te licht, kom je te zuidelijk dan zakt de zon te diep onder de horizon én raak je buiten het gebied waar ze worden gevormd. De hoogste waarnemingsfrequentie ligt in het gebied tussen 55 en 61 graden noorderbreedte. Ons land ligt in de zuidelijke rand van deze zone. Er worden dan ook vrijwel elk jaar in Nederland wel lichtende nachtwolken gezien. Soms zijn er nog meldingen tot in zuid-Europa, maar dat gaat dan om lichtende nachtwolken die in de schemering nog ver weg nabij de horizon te zien zijn.
Er treden vrij grote jaarlijkse verschillen in waarnemingsfrequentie op. Die worden niet alleen in Nederland maar ook in andere landen opgemerkt. Mogelijk bestaat er een verband tussen de mate van ijsafzetting op kosmische stofdeeltjes en de zonneactiviteit.
Waarnemingsfrequenties lichtende nachtwolken 1986 - 2009
Afbeelding 2
Verloop van het aantal waarnemingsdagen (0000-2400 UT) van lichtende nachtwolken per jaar in Nederland en (in rood) in Europa (*tot 60° NB en tot 25° OL), uitgezet naast het verloop van het gemiddelde maandelijkse zonnevlekkengetal (PPHV 2009).


Het waarnemen van lichtende nachtwolken
Lichtende nachtwolken komen het meest frequent voor tussen begin juni en eind juli. Dat is dus de periode waarin waarnemers alert dienen te zijn. Er zijn evenwel waarnemingen bekend uit eind mei tot en met half augustus. Om lichtende nachtwolken waar te kunnen nemen moet aan de volgende omstandigheden zijn voldaan:

  • periode van eind mei tot half augustus;
  • liefst onbewolkte hemel maar in ieder geval niet zwaarbewolkt in noordelijke richting;
  • heldere lucht met goed zicht;
  • vrij uitzicht op in ieder geval de noordelijke hemelhelft;
  • diepe schemering, vanaf een uur tot tweeënhalf uur na zonsondergang resp. voor zonsopkomst; de zon moet tenminste 6 graden onder de horizon staan;
  • geen storende lichtbronnen

Het waarnemen van lichtende nachtwolken is dus nachtwerk in de kleine uurtjes. In een waarnemingsverslag dienen naast de standaardgegevens van locatie, datum en tijdstippen, ook de waargeniomen typen, de helderheid, de maximaal waargenomen hoogte aan de hemel, en de horizontale uitgebreidheid (in kompasgraden) vermeld te zijn.


Basisvormen en helderheidsclassificatie (afbeelding 3)
Internationaal zijn lichtende nachtwolken (dikwijls kortweg aangeduid als NLC, van het Engelse NoctiLucent Clouds) gecategoriseerd in een aantal hoofdtypen. Deze indeling is gebaseerd op de structuren die in de wolken waargenomen worden:

Type I Sluier. Eenvoudige structuurloze laag, soms als achtergrond van andere vormen.
Type II Banden. Min of meer evenwijdige lijn- of strookvormige slierten.
IIa -- Banden met diffuse, vage randen.
Type III Golven of ribbels. Visgraatstructuur of structuur als van zandribbels op het strand bij laag water. Veelvoorkomende en kenmerkende vorm van lichtende nachtwolken.
IIIa -- Ribbeltjes bestaande uit korte, rechte en smalle streepjes.
IIIb -- Golfvormige structuur met undulatusvormen.
Type IV Wervels. Lusvormige of gedraaide structuren.
IVa -- Kleine wervels met een straal van minder dan 0,5 graad (middellijn van de maan).
IVb -- Wervels of bochten met een straal tot 5 graden.
IVc -- Grootschalige wervels.

Basistypen lichtende nachtwolken
Afbeeldingen 3
Voorbeelden van de vier basistypen van lichtende nachtwolken


Complexe structuren (subvormen, afbeelding 4):
Type S Heldere 'knopen'
Type P Golven die een band kruisen
Type V Net-achtige structuur
Type O Niet te classificeren in bovenstaande indeling

Subtypen lichtende nachtwolken
Afbeeldingen 4
Voorbeelden van de vier subtypen van lichtende nachtwolken.


Helderheid nachtwolken
Voor het benoemen van de helderheid van lichtende nachtwolken wordt internationaal een vijfdelige schaal toegepast:
1 -- Zeer zwak; nauwelijks zichtbaar in de schemering
2 -- Duidelijk te bespeuren, maar van geringe helderheid
3 -- Duidelijk zichtbaar en goed afgetekend in de schemering
4 -- Helder en opvallend, ook voor mensen die onvoorbereid kijken
5 -- Extreem helder, zodat objecten in het landschap merkbaar verlicht zijn


Auteur: Peter Paul Hattinga Verschure

Zie ook:
Noctilucent Cloud Observing Network (NLCNET)


12-05-2015 | Achtergrond_A_Z | 1511
© 2024 Vereniging voor Weerkunde en Klimatologie