Klimaat informatie over Noord-Australië

Geografie
Het tropische noorden van Australië bestaat uit heuvels en vlaktes die aflopen naar zee. De Great Dividing Range is de meest opvallende bergrug die door Queensland loopt. De rest van het landschap is redelijk vlak. Tientallen rivieren stromen naar zee. Deze Arafurazee is ondiep en plaatselijk slechts 70 meter diep.

Het klimaat
Het tropische gedeelte van Australië bestaat uit Queensland en een gedeelte van The Northern Territory. Dit laatste gebied heeft meer droge dan tropische gebieden in zich. Ten zuiden van de lijn Darwin-Brisbane gaat het tropisch regenklimaat vrij snel over in een woestijnklimaat.

Het noorden heeft een tropisch regenklimaat met een droge tijd. De temperatuur en de luchtvochtigheid is het hele jaar door hoog. Van november tot april vallen tropische regenbuien. Deze hangen samen met de noordwestmoesson. Naast buien komen gedurende deze periode gemiddeld vijf cyclonen per jaar voor.

Temperatuur

In het noorden van Australië varieert de gemiddelde jaartemperatuur van de 24 graden in Townsville tot 28 graden in Darwin. In Darwin wordt de temperatuur tijdens de warmste maanden getemperd door de regenperiode. Daarom is het in de woestijn vlak ten zuiden van Darwin al snel een stuk warmer. Vlak aan zee is het koeler. Dit komt door wind van zee. Over korte afstand in de kuststrook zijn scherpe temperatuursprongen merkbaar.

De hoogste temperatuur van Queensland is gemeten in Birdville. Op 24 december 1972 werd het 48 graden. Deze plaats ligt in het drogere en woestijnachtige gedeelte van Australië en maakt onderdeel uit van een van de twee warmtegebieden van het land. Deze loopt van de Grote Victoriawoestijn over de Simpsonwoestijn naar Queensland. De doorgaans noordwestelijke winden worden door het hete westelijke Australië verder opgewarmd. De vochtigheidsgraad van rond 40 procent maakt de hitte wel enigszins dragelijk.

Op 16 januari 1889 zou de temperatuur in Cloncurry (Queensland) zijn gestegen tot 53,1 graden. Deze waarde werd de laatste jaren steeds vaker in twijfel getrokken. Er is in die tijd gebruik gemaakt van niet-standaard apparatuur. De Australische meteodienst heeft na onderzoek alle oude waardes verworpen.

De minimumtemperatuur is ook hoog. In Wyndham aan de noordwestkust is deze gemiddeld 24.3 graden. Nachttemperaturen rond de dertig graden zijn goed mogelijk. In Darwin is de temperatuur de afgelopen honderd jaar nooit lager geweest dan 10,4 graden. Op het eiland Thursday zelfs nooit lager dan 16.1 graden. Op plaatsen meer landinwaarts vriest het slechts een enkele keer. In Herberton op enige hoogte werd het zelfs -5.0 graden.

Het zeewater varieert zomers in temperatuur van 28.5 graden in Darwin tot 27 in Townsville. In de winter daalt deze naar 22 graden in Townsville.

Neerslag
Met jaarlijks 1000 millimeter neerslag aan de oostkust van Queensland en rond de 1700 millimeter aan de noordkust is het tropische gedeelte van Australië een van de nattere gebieden van het land.

In het noorden valt de regen vooral in het regenseizoen. Dit loopt van november tot april. Van december tot en met maart geeft dit soms wateroverlast op de wegen. Vooral Queensland ervaart dit. De rest van het jaar is het droog. Darwin heeft in januari gemiddeld 437 millimeter en het eiland Thursday 430 millimeter per maand.

De echte natte plaats is Tully. Hier valt jaarlijks gemiddeld 4300 millimeter. Deze regen is erg lokaal en valt in een smalle strook waar vochtige lucht met zuidoostenwind tegen de hellingen wordt gestuwd.Tully is de natste plek van Australië en heeft in tegenstelling tot de omgeving het hele jaar door regen.

Een andere natte plek is Mount Bellenden Ker (+1555 meter) ten zuiden van Cairns in Queensland. In 2001 viel er 12461 millimeter aan regen. Andere natte jaren waren 1999 met 11852 millimeter en 1979 met 11251 millimeter regen. Deze hoge sommen zijn echter jaarlijks erg verschillend, waardoor Tully toch met de eer strijkt voor de natste plaats van Australië.

Onweer
Grote hoeveelheden neerslag vallen vooral tijdens onweersbuien. In de omgeving van Darwin onweert het op gemiddeld 80 dagen per jaar. Meer landinwaarts is dit aantal geslonken naar 40 dagen per jaar en aan de oostkust onweert het maximaal op 30 dagen per jaar.

Zonneschijn
Hoe verder naar het noorden, des te tropischer het wordt. In het noorden is daardoor de regentijd sterker aanwezig en tempert dit de zon. Op Thursday en in Coen schijnt de zon 2400 uur. Net als in Melbourne en Tasmanië is dit minder dan elders in het land. Op andere plaatsen in het noorden schijnt de zon 3000 uur. Zonneschijn veroorzaakt in Australië behoorlijk veel huidkanker en de UV-index is extreem hoog.

Orkanen
Zowel aan de noordwest- als aan de noordoostkust van Australië komen in de regentijd tropische cyclonen voor. Deze heten in Australië Willy Willies. Cyclonen in Australië zijn nog wel eens krachtig. Tijdens kerst 1974 trok een de cycloon Tracy over Darwin, waarbij windstoten tot 219 km/uur optraden. Ruim 20.000 mensen werden toen dakloos. Zware orkanen trekken meestal over onbewoonbare gebieden, waardoor uiteindelijk de schade meevalt.

Morning Glory.
Een spectaculair zeldzaam en soms krachtig verschijnsel is de Morning Glory. Een wolk die elke lente voorkomt langs de Golf van Carpentaria in het noorden van Australië.

De wolk ontstaat door golfvorming in een stabiele luchtsoort langs de kustlijn. De golven komen voor over een afstand van duizend kilometer en zijn tot drie kilometer hoog. De golven in de lucht zijn doorgaans onzichtbaar. Wanneer er voldoende vocht aanwezig is de golf zichtbaar in de vorm van een enorme, langgerekte wolk die in aanzicht het midden houdt tussen lenticularis (golfwolk in de bergen) en een rolwolk. Dit verschijnsel heet de Morning Glory.

Weerlinks:

Het klimaat van Australië

Het klimaat van West- en Zuid-Australië

Het klimaat van Zuidoost-Australië

Het klimaat van Indonesië