Klimaatinformatie over Oost-Siberië (Rusland)

Oymyakon/Jakutija Sacha (Oost-Siberië)

Geografische positie: 63.16 NB 143.09 OL, hoogte 740 meter.

Siberië
Russisch Siberië verschijnt in de winter nog wel eens in het nieuws. Veel mensen, waaronder vooral oudere mensen en kinderen vonden vroeger nog wel eens de dood doordat verwarming en elektriciteit in huis niet werkten. Op zich is de kou in deze maanden niet zo opmerkelijk voor dit gebied. Wat voor klimaat is dat nu eigenlijk met 's winters regelmatig -40 tot -60 op de thermometer?

Kaart Oymyakon en omgeving Geografie
Siberië is een immens groot gebied dat deel uitmaakt van Rusland. Het maakt met zijn oppervlakte van 12,8 miljoen km2, 57% van Rusland uit. In het noorden grenst het aan de Noordelijke IJszee, in het zuiden merendeels aan China en Mongolië.

Het bestaat uit het West-Siberische laagland, zich uitstrekkend van het Oeralgebergte tot de rivier de Jenisej, en wordt grotendeels ingenomen wordt door moerassig laagland, naaldwoudgebied (taiga) en naar het zuidwesten toe door steppegebied. Het Midden-Siberische hoogland bevindt zich tussen de Jenisej, de Lena en het 640 km lange Bajkalmeer (het diepste zoetwatermeer ter wereld).

In het noorden ligt het uitgestrekte toendragebied van het Noord-Siberische laagland en we vinden een grillig heuvellandschap in het centrum en zuiden met gemiddelde hoogten van 500-700 meter. Hoger is het Poetoranagebergte met de hoogste berg, de Gora Kamen (1701 m hoog). Voorts hebben we Oost-Siberië, zich uitstrekkend vanaf de Lena tot de Beringstraat, waarvan het gedeelte ten oosten van de waterscheiding van de naar de Grote Oceaan afvloeiende rivieren, door de Russen het Verre Oosten (Jakutija Sacha) wordt genoemd.

We beperken ons in dit artikel tot het gebied rondom Oymyakon, een kleine stad van circa 4000 inwoners in het laatstgenoemde gebied. Het ligt aan de rivier Indigirka, in feite in een lager gelegen gebied tussen het Hrebet Cerskogo Tsierskigebergte aan de noordkant en het Hrebet Suntar Hajatagebergte aan de zuidkant waar toppen voorkomen van rond de 3000 m hoog. Hemelsbreed ligt het 454 km van kustlijn af, de Noordelijke IJszee ligt zelfs op 895 km er vandaan. Ten noordwesten, op 624 km afstand, ligt Verkhojansk (op de kaart nog te zien), een stadje dat in dit verhaal nog belangrijk wordt.

Klimaat Oymyakon
We bespreken het gebied rondom Oymyakon, een kleine stad in het noordoosten van Siberië. Het meest opvallende aan het klimaat in een groot deel van Oost-Siberië is dat het puur continentaal is. Door de grote afstanden van de kust, is de invloed van het zeewater nihil en hebben we te maken met één der meest uitgesproken landklimaten ter wereld. Het kent enorme verschillen tussen zomer en winter en heeft daarom een zéér grote jaarlijkse gang. De zomers zijn warm tot zeer warm en de winters uitgesproken streng.

Gemiddeld ligt het verschil tussen zomer- en wintertemperatuur op ongeveer 64 graden. Rond Verkhojansk en Ojmjakon is dat verschil wel eens meer dan 100 graden per jaar als we uitgaan van het verschil tussen de absoluut laagste en absoluut hoogste temperatuur. Ojmjakon heeft zelfs een grootste verschil van 104 graden, wat uit de tabel hieronder blijkt. Opvallend is ook de snelle overgang van winter naar zomer en omgekeerd. Er is wel sprake van een lente en een herfst maar deze zijn in feite van vrij korte duur aangezien de zomer eind mei plotseling inzet en andersom de winter vanaf september al zijn eerste schreden achterlaat.

Winter
Ondanks Ojmjakon op dezelfde breedtegraad als Reykjavik en het Noorse Trondheim ligt, bevindt het zich in een gebied waar de allerlaagste temperaturen van het noordelijk halfrond voorkomen. De allerlaagste waarde werd gemeten in januari 1964 en bedroeg -71,1 graden Celsius. Zo koud wordt het zelfs op zowel het centrale deel van Groenland als ook op de Noordpool niet.
Jarenlang wordt al een bepaalde strijd gevoerd in dit gebied, namelijk: welke plaats de laagste temperatuur nu werkelijk op zijn naam mag zetten. Ook Verkhojansk wil met de eer strijken al vonden wij in de boeken een laagste minimum van "slechts" -67.8 terug (3 januari 1885).

De winter wordt beheerst door een krachtig hogedrukgebied, het Siberische hoog, dat de gehele winter boven het centrale deel van Siberië ligt en soms uitlopers in de richting van Europa als ook richting het uiterste oosten van Rusland vormt. Het is een systeem dat voor een deel onze motor vormt voor het winterweer op het noordelijk halfrond, gevuld met koude luchtmassa's die zich weinig verplaatsen dankzij de geringe luchtdrukverschillen. Door de constante dalende lucht wordt in het najaar al een inversie gevormd die tot aan het aardoppervlakte duidelijk aanwezig is en met het kouder worden van de luchtlaag aan de grond steeds scherper wordt. OymyakonDe omgeving toont een gedeeltelijke vegetatie, die vooral uit naaldhout bestaat. Daarnaast: op 70 meter hoogte doen wetenschappers onderzoek naar ijskristallen in de permafrost. Beneden in een ijsmist gehuld en dus onzichtbaar Oymyakon.

Vanaf september vriest het 's nachts regelmatig, soms wordt het al beneden de -15. Tegen begin november zitten we gemiddeld al op -20 met een verschil van ca. 10 graden tussen de minimum en maximumtemperatuur. De koudste maand is januari met -50 als gemiddelde. De hoeveelheid ontvangen globale straling is gemiddeld 2,5 KJ/cm2. De minima liggen half en eind januari tussen de -52 en -58 met soms waarden beneden de -60.

Vanaf half februari loopt de temperatuur - vooral overdag - langzaam op. De zon komt duidelijk hoger te staan en de hoeveelheid ingekomen straling stijgt zodanig dat de invloed op de maximumtemperatuur groter wordt. Het verschil tussen minimum en maximum wordt hiermee duidelijk groter maar de strenge tot zeer strenge vorst blijft een nog steeds dagelijks terugkerend item aangezien 's nachts de lucht snel afkoelt. Ook in april kunnen 's nachts nog gemakkelijk waarden van -25 tot -35 voorkomen.

KristallenonderzoekHet is behalve een zéér koude winter ook een vrij droge periode met relatief weinig neerslag. Van oktober tot april valt normalerwijze 50 mm. In een etmaal zijn hoeveelheden hoger dan 5 mm meer uitzondering dan regel. De sneeuw die er hartje winter ligt, valt doorgaans al vanaf eind september en begin oktober en vormt een dek van 20 tot 30 cm. Het blijft er grotendeels tot aan het begin van de zomer liggen. Soms is er een dag met wat lichte motsneeuw of poolsneeuw.

Regelmatig vallen er zogenaamde ijsnaaldjes of ijsplaatjes die in een wolkenloze lucht ontstaan door direkte sublimatie van waterdamp in ijs (ook wel diamantenstof genoemd vanwege de schittering in het zonlicht). Een ander fenomeen is ijsmist die eveneens ontstaat door sublimatie van waterdamp in kleine ijsdeeltjes en een soms prachtige witte waas kan geven (zie foto boven), in tegenstelling tot onze Europese grijze mist.

Zomer
Het voorjaar bestaat uit een overgangsperiode van enerzijds nog flinke vorst en anderzijds een temperatuur die in mei soms de 20 graden al overschrijdt. De warmte hoopt zich op boven het grote land en het koude hogedrukgebied wijkt voor een zogenaamde thermische depressie. Deze depressie ontstaat door de grote verschillen tussen land en zee en blijft er gewoonlijk op zijn plaats liggen. Deze depressie zorgt evenwel voor wat grotere wisselvalligheid in deze periode. Dat zien we ook terug in de neerslagcijfers. Het is de natste periode van het jaar; de maand juli is meestal de natste met 40 mm, gevolgd door augustus met 37. In de overgebleven periode van april tot begin oktober komen we gemiddeld op 153 mm uit zodat we jaarlijks in Ojmjakon op ongeveer 200 mm uitkomen.

Vanaf eind mei wordt de kans op neerslag snel groter met vooral een buiig weertype waarin ook onweer (zo'n 2 tot 4 dagen per maand) zeker tot de mogelijkheden behoort. Het is in deze tijd wat vaker bewolkt maar ligt de vochtigheidsgraad desondanks in veel gevallen wat lager dan in de winter.

De echte zomer begint pas tegen het einde van de maand juni wanneer de laatste vorstdag net voorbij is. Met temperaturen in de vroege ochtend van soms tegen het vriespunt, stijgt het kwik overdag snel naar waarden van 25 graden. Juli is met 14,5 de gemiddeld warmste maand met maxima die dan de 30 graden gemakkelijk bereiken. Ook dan koelt het door het aanwezige landklimaat snel af maar blijft de nachttemperatuur in de meeste gevallen tussen 5 en 10 graden steken.

Extreem kwam het ook in deze maand een keer tot vorst met ooit -5 als laagste juliwaarde. De lengte van de vorstvrije periode ligt gewoonlijk rond de 45 Monumentdagen die ergens in de derde week van juni aanvangt en in de tweede week van augustus alweer zijn einde vindt. Het bovenste dunne laagje van de grond (talik) ontdooit hierbij langzaam maar vanaf geringe diepte (ca. 15 cm) blijft de grond bevroren (het permafrost).

Zodra deze laag smelt kan het regenwater de deels in de grond wegzakken. Veel regen wil in deze tijd nog wel eens voor overstromingen en dus problemen zorgen wanneer er niet voldoende drainage is. De grond is aan het eind van de zomer nogal drassig. Dit vocht bevriest vooral vanaf begin oktober snel.

Koude pool van de noordelijke wereld
In januari 1964 daalde de temperatuur naar -71,1 graden Celsius en werd daarmee de allerlaagste waarde die ooit op het Noordelijk Halfrond werd geregistreerd. Er werd een monument opgericht die een plaats kreeg aan de rand van een bos tussen het stadje Oymyakon zelf en het op 30 km afstand gelegen Tomtor waar in feite het weerstation van Oymyakon ligt.

Later haalde een gemeente-ambtenaar van Tomtor de zuil naar Tomtor (zie foto rechts). Daar waren ze in Oymyakon niet mee eens, aangezien het weerstation volgens de WMO (de Wereld Meteorologische Organisatie) de naam van Oymyakon draagt en dus het laagterecord op naam staat van laatstgenoemde plaats. Uiteindelijk is er een nieuw monument in deze plaats gekomen.
Ook in het stadje zelf werd van 1979 tot 1996 temperatuurmetingen gedaan.

Echter, doordat zijn salaris niet meer werd uitbetaald, weigerde Ipatiy Atlasov zijn reeks voort te zetten. Toen in 1997 zijn salarissen alsnog werden uitbetaald, hield hij het toch voor gezien. De thermometer was inmiddels door hem aan een school weggegeven.

 

Klimaattabel Oymyakon (WMO stationsnr. 24688)
Grootheid Jan Feb Mrt Apr Mei Juni Juli Aug Sep Okt Nov Dec Jaar
gem. temp. °C -50.1 -44.3 -32.0 -14.8 1.7 11.4 14.5 10.4 2.4 -14.8 -36.1 -47.1 -16.5
gem. min. °C -52 -50 -43 -27 -8 4 9 3 -6 -23 -43 -50  
gem. max. °C -48 -41 -22 -5 7 18 21 18 8 -10 -32 -42  
abs. min. °C -71.1 -70 -64 -57 -30 -10 -5 -11 -25 -48 -62 -68 -71.1
abs. max. °C -16 -11 4 11 28 31 33 31 24 11 3 -8 33
neerslag (mm) 7 6 5 4 10 32 40 37 20 12 11 9 193
neerslag-
dagen
12 10 8 5 8 12 12 12 10 11 15 12 125
onweers-
dagen
0 0 0 0 <1 4 4 2 0 0 0 0 10
mistdagen 6 2 1 <1 0 1 1 4 2 1 6 7 31
sneeuwdek-
dagen
31 28 31 30 9 <1 0 0 5 28 30 31 235
windrichting ZO ZO ZO ZO O O O NW NW NW NW ZO NW
snelheid (m/s) 0.3 0.3 0.8 1.5 2.4 2.4 1.9 1.5 1.6 1.5 0.6 0.3 1.3
luchtdruk (hPa) 1023 1025 1026 1015 1009 1004 1005 1008 1014 1018 1020 1023 1015
zonuren 29 115 224 268 261 268 273 214 140 75 42 2 1911

 

 

Weerlinks:
Het klimaat van Alaska
Het klimaat van Mongolië
Het klimaat van China

Auteur: Mario Egthuijsen

06-03-2013 | Klimaat_Azie | 486
© 2024 Vereniging voor Weerkunde en Klimatologie